FMD patiënten woordenboek

Acute mesenteriale ischemie: een vernauwing of blokkade van een of meerdere mesenteriale slagaders, die bloed naar de darmen voeren. Dit kan leiden tot ernstige buikpijn of afsterven van het darmweefsel. Chronische mesenteriale ischemie kan zich manifesteren als buikpijn na het eten.

Amaurosis fugax: een tijdelijk verlies van het gezichtsvermogen in een oog vanwege een gebrek aan bloedtoevoer naar het netvlies.

Aneurysma: een abnormale verwijding (ballonachtig) van een deel van een slagader door een lokale verzwakking van de bloedvatwand.

Aneurysma chirurgie: chirurgisch (heelkundig) herstel van een aneurysma. Dit kan o.a. worden gedaan met behulp van een metalen clip die de bloedtoevoer van de slagader naar het aneurysma zal blokkeren (bv. voor hersenaneurysma). Het aneurysma kan ook chirurgisch verwijderd worden met herstel van het aangetaste gebied van de arterie (bv. voor aneurysmata van de renale arterie of halsslagader). Het aneurysma kan ook endovasculair via een katheter behandeld worden; dit wordt embolisatie genoemd.

Angina pectoris: de pijn op de borst of het ongemak (beklemming) dat iemand voelt wanneer er onvoldoende bloedtoevoer is naar de hartspier. Dit wordt ook hartkramp genoemd en is een voorteken van een naderend hartinfarct.

Angiografie: invasieve medische beeldvormende techniek (radiografie waarbij een contrastmiddel wordt ingespoten) om de binnenkant (lumen) van een bloedvat te visualiseren. Dit onderzoek laat toe om stenose (vernauwing), dilatatie (verwijding) en andere vasculaire afwijkingen te zien,

Angioplastiek: is een endovasculaire procedure om een vernauwde (gestenoseerde) of belemmerde slagader te verbreden. Een lege, opgevouwen ballon (ballonkatheter) wordt over een draad geschoven tot in het aangetaste deel van de arterie, en vervolgens opgeblazen tot een bepaalde grootte. Door de kracht van de opgeblazen ballon zal het vernauwde bloedvat terug opengaan zodat de bloeddoorstroming verbetert. Daarna wordt de ballon leeggelaten en teruggetrokken uit het bloedvat. Soms wordt een stent ter plaatse gelaten om er voor te zorgen dat het bloedvat geopend blijft. Dit is meestal niet nodig voor vernauwingen tgv. FMD.

Aorta: de hoofdslagader van het menselijk lichaam. Het draagt zuurstofrijk bloed van het hart naar kleinere slagaders die bloed leveren aan het lichaam.

Atherosclerose: of aderverkalking is een aandoening waarbij een kleverige substantie die bestaat uit vnl. cholesterol, calcium, en ontstekingscellen afgezet wordt in de wand van de slagaders. De afzettingen worden plaques genoemd. Deze zullen over verloop van tijd verharden en de bloedvaten vernauwen. Hierdoor komt de bloedvoorziening in het gedrang.

Geruis: is een hoorbaar geluid over een slagader ten gevolge van een turbulente bloedstroom (meestal gehoord met een stethoscoop).

Bypassoperatie: een heelkundige ingreep of operatie die de bloedtoevoer naar een orgaan herstelt door het omleggen van de bloedstroom rond een deel van een vernauwde of geblokkeerde slagader. Een bypass kan worden uitgevoerd met een stukje eigen ader of slagader of met behulp van een kunststof ader bestaande uit Goretex of Dacron.

Carotisarteriën of halsslagaders: slagaders in de hals, een aan de rechter- en een aan de linkerkant, die bloed naar de hersenen brengen.

Katheter: een dunne buis uit kunststof die in het lichaam kan worden ingebracht om ziekten endovasculair te behandelen.

Katheter gebaseerde angiografie: is een radiografie waarbij een speciale kleurstof en camera (fluoroscopie) worden gebruikt om foto’s nemen van de bloeddoorstroming in een slagader. Tijdens een angiogram wordt een katheter (dun soepel buisje) geplaatst in ofwel de femorale slagader in de lies, ofwel in de brachiale slagader net boven de elleboog, ofwel in de polsslagader(radiale arterie). De katheter wordt door de radioloog opgeschoven naar het gebied dat moet worden onderzocht. Eens ter plaatse, wordt er een jodiumbevattende kleurstof (contrast materiaal) ingespoten in het bloedvat om het gebied duidelijk zichtbaar te maken op de röntgenfoto’s.

Cerebrovasculair: het geheel van bloedvaten, slagaders die de hersenen bevloeien.

Cervikaal: houdt verband met de nek.

Claudicatio: een aandoening waarbij krampen en pijn optreden vnl. in de benen en in het begin vooral tijdens een inspanning (“etalagebenen”). Dit wordt meestal veroorzaakt door obstructie van de slagaders; de pijn gaat binnen een korte tijdsperiode met rust over.

Coil embolisatie: een endovasculaire procedure om aneurysma’s te behandelen. Door middel van een katheter worden heel fijne metaaldraadjes, zogenaamde veertjes of spiraaltjes (coils) in het aneurysma geplaatst, zodat het aneurysma van de rest van het bloedvat afgesneden wordt en er geen bloed meer in komt. Dit verminderdt het risico op een scheur van het aneurysma.

Arteria iliaca communis of gemeenschappelijke heupslagader: deze twee slagaders vertrekken als een splitsing uit de abdominale aorta en lopen naar de linker- en de rechterkant van de onderbuik. Een beetje lager in de onderbuik zal elke arterie splitsen in twee afzonderlijke slagaders die bloed naar de benen (a. Iliaca externa) en het bekken, de bil en uitwendige genitaliën (a. iliaca interna) voeren.

Computertomografie angiografie (CTA): CT-beeldvorming (“CAT-scan”) van de bloedvaten. De CTA procedure is niet-invasief en kan worden gebruikt om een diagnose te bevestigen of de ernst van een probleem met de bloedvaten te bepalen. CTA vereist de intraveneuze injectie van een contrastvloeistof om foto’s te nemen.

Coronair: betreffende de slagaders die het hart omgeven en bloed en zuurstof leveren aan de hartspier.

Creatinine bloedtest: meet het gehalte aan creatinine in het bloed. Deze test wordt uitgevoerd om te na te gaan hoe goed de nieren werken

Dissectie: is een kleine scheur in de binnenste bekleding van de vaatwand. Vervolgens zal er bloed in de ruimte tussen de binnenste en de buitenste lagen van het bloedvat stromen, waardoor vernauwing (stenose) of volledige blokkering (occlusie) ontstaat.

Dyspnoe: moeilijke of moeizame ademhaling (kortademigheid).

Ehlers-Danlos Syndroom (EDS): een groep van erfelijke aandoeningen die het bindweefsel aantasten (bjv. huid, gewrichten en bloedvaten). Vasculaire EDS is een ernstige vorm van de aandoening en kan leiden tot ernstige problemen. EDS houdt niet direct verband met FMD, maar er kunnen sommige gelijkaardige manifestaties, zoals aneurysmata en dissecties optreden als bij FMD.

Endarteriëctomie: de chirurgische verwijdering van een deel van de binnenbekleding van een slagader. Deze procedure wordt vaan gedaan om atheroscleroseletsels of plaques te verwijderen.

Endovasculair: “Binnenin de bloedvaten” Om endovasculaire procedures uit te voeren, maken vasculaire specialisten gebruik van speciale technieken en instrumenten. Deze procedures vereisen slechts een kleine insnijding of prik in een slagader of ader en de plaatsing van een katheter zodat de bloedvaten kunnen gevisualiseerd worden en vernauwingen of aneurysma’s kunnen behandeld worden. Deze techniek wordt algemeen beschouwd als “minimaal invasief.”

Fibromusculaire dysplasie (FMD): een niet atheromateuze, niet inflammatoire aandoening van de slagaders die kan leiden tot vernauwingen en of dilataties..

Focale FMD (intimale FMD): Minder voorkomende vorm van FMD die bestaat uit een enkele vernauwing van het bloedvat.

Syndroom van Horner: een aandoening veroorzaakt door schade aan de zenuwen van het oog en gezicht. Symptomen omvatten: het afhangen van het bovenste ooglid, verminderde pupilgrootte in het aangetaste oog, en verminderd of afwezig zweten aan de aangetaste zijde van het gezicht.

Hyperlipidemie: een abnormaal hoge concentratie vetten in het bloed.

Hypertensie: hoge bloeddruk. De bloeddruk is het hoogst wanneer het hart samentrekt en het bloed wegpompt. Dit heet systolische bloeddruk (bovendruk). Wanneer het hart in rust is, tussen 2 hartslagen in, is de bloeddruk lager. Dit heet diastolische bloeddruk (onderdruk). Een hoge bloeddruk is een bloeddruk van 140/90 mm Hg of hoger.

Infarct: afsterven van weefsel door gebrek aan zuurstof (vaak veroorzaakt door een gebrek aan bloedtoevoer naar het weefsel).

Intimale fibroplasie: een oudere term die wordt gebruikt voor focale FMD.

Intracraniale: in de schedel.

Intravasculaire echografie: een medische beeldvormingstechniek waarbij met behulp van een speciaal ontworpen katheter waar aan het uiteinde een geminiaturiseerde ultrasound probe (klein sensor om geluidsgolven waar te nemen) bevestigd is. Het andere einde van de katheter is bevestigd aan geautomatiseerde ultrasone apparatuur, waardoor de radioloog de binnenkant van de bloedvaten kan bekijken. Dit onderzoek wordt gewoonlijk uitgevoerd tijdens de angiografie.

Ischemie: toestand waarbij er onvoldoende bloedtoevoer is naar een orgaan of lichaamsdeel.

Loeys-Dietz Syndroom: een onlangs beschreven bindweefsel aandoening met soortgelijke kenmerken als die van het syndroom van Marfan en het vasculaire type Ehlers-Danlos syndroom. Loeys-Dietz syndroom wordt voornamelijk gekenmerkt door aneurysma van de aorta en andere slagaders.

Magnetische resonantie angiografie (MRA): een speciaal type MRI die beelden maakt van de bloedvaten. De MRA procedure is niet-invasief en kan worden gebruikt om een diagnose te bevestigen of de ernst van een probleem met de bloedvaten te bepalen. Een MRA geeft een beter beeld van de bloedvaten dan een gewone MRI. MRA studies worden al dan niet uitgevoerd door het inspuiten van een speciale kleurstof.

Marfan Syndroom: bindweefsel aandoening die een invloed op het hart, ogen, bloedvaten, of het skelet kan hebben. Mensen met het syndroom van Marfan hebben een groter risico op vasculaire gebeurtenissen zoals dissectie of aneurysma.

Mediale fibroplasie: een oudere term voor multifocale FMD.

Mesenteriale bloedvaten: slagaders die de maag, lever, milt en darmen van bloed voorzien.

Multifocale FMD (voorheen bekend als mediale FMD): FMD met een “kralensnoer” of “paternoster” verschijning met afwisselend verbredingen en vernauwingen van de slagader. Dit is de meest voorkomende vorm van FMD.

Myocardinfarct (MI): Dit wordt veroorzaakt door een gebrek aan bloedtoevoer naar de hartspier. Een MI wordt vastgesteld op basis van de symptomen, ECG veranderingen en bepaalde bloedtesten.

Postprandiaal: na het eten.

Pseudo (valse) aneurysma: een verzameling van bloed dat zich vormt als gevolg van een lekkend gaatje in een slagader. Het vormt zich buiten de slagaderwand, zodat het omsloten wordt door de omringende weefsels. Pseudo-aneurysmata kunnen ontstaan ten gevolge van een vasculair dissectie.

Pulserende tinnitus (abnormaal suizend geluid in de oren): een geluid in de oren, dat de hartslag volgt.

Nierfalen: falen van de nieren om het bloed te filteren. Ernstig nierfalen kan leiden tot dialyse (kunstmatig zuiveren van bloed).

Renaal: in verband met de nieren.

Revascularisatie: het herstellen van de doorbloeding van een lichaamsdeel of orgaan dat ischemisch was of een ernstige stenose (vernauwing) heeft. Een vasculaire bypass en angioplastiek zijn de twee belangrijkste mogelijkheden van revascularisatie.

Aneurysmaruptuur: vrijkomen van bloed in het omliggende weefsel. Wanneer het zich voordoet in de slagaders van de hersenen, leidt dit tot een subarachnoïdale bloeding (SAH).

Stenose: vernauwing van een slagader.

Stent: een klein metalen buisje dat wordt gebruikt in combinatie met angioplastiek om te smalle of zwakke slagaders te behandelen.

CVA of cerebrovasculair accident of hersenberoerte: gebeurt wanneer de bloedtoevoer naar de hersenen stopt; de hersencellen zullen afsterven indien er geen revascularisatie mogelijk is. Er zijn twee soorten van een beroerte. De meest voorkomende, een ischemische beroerte, wordt veroorzaakt door een bloedklonter die een bloedvat in de hersenen verstopt. De andere soort, een hersenbloeding, wordt veroorzaakt door een bloedvat dat scheurt waardoor er bloed in de hersenen komt, zoals bij een gescheurd aneurysma.

Subarachnoïdale bloeding: de aanwezigheid van bloed in de subarachnoïdale ruimte van de hersenen (ruimte tussen het spinnenwebvlies, dat ligt op het harde hersenvlies naar het bot toe, en het zachte hersenvlies, dat op het hersenweefsel ligt) tgv. een gescheurd bloedvat dat net buiten de hersenen ligt. De symptomen kunnen bestaan uit plotselinge hevige hoofdpijn, nekpijn, misselijkheid, braken of een snel verlies van het bewustzijn.

Trombose: lokale coagulatie of bloedstolling in een deel van het vaatstelsel, eveneens bekend als “bloedstolsel”.

Tinnitus (niet-pulserende = niet-pulsatiele): ruis of piep of gerinkel in de oren dat de hartslag niet volgt.

Transient ischemic attack (TIA): symptomen zoals bij een beroerte, maar die opkomen en snel terug over gaan. Het gebeurt wanneer de bloedtoevoer naar een deel van de hersenen tijdelijk gedurende een korte periode stopt. De symptomen van een TIA zijn vergelijkbaar met de symptomen van een beroerte, maar duren niet zo lang en er zijn geen blijvende gevolgen (zoals verlamming). Wordt soms “mini-beroerte” genoemd.

Ultrasound of echografie: medische beeldvorming met geluidsgolven. In combinatie met “Doppler” metingen van de bloedstroom, wordt het duplex echografie genoemd.

Vasculaire: van of in verband met de bloedvaten.

Vertebrale slagaders: Twee slagaders die langs de nekwervels lopen en bloed leveren aan de hersenen, samen met de halsslagaders.